Toen ik op mijn 15e de GayPride op televisie zag langskomen en mijn vader hoorde zeggen: “Moet dat nou weer zo uitgedost en bloot, waar is dat nou voor nodig. Die flikkers” dacht ik dat ik nooit zelf homo kon zijn. Ik wilde niet shoppen, ik wilde niet naakt met leer op een boot staan, en bedacht mij dat mijn gevoelens voor jongens alleen een teken van vriendschap konden zijn. Ik veroordeelde mijn vader absoluut niet, ik snapte wel dat die dat zei door de beeldvorming en ik dacht er zelf eigenlijk ook zo over….
Nu meer dan 12 jaar later weet ik wel beter. Een paar boten zijn zo, maar er varen ook zoveel boten mee met een politiek statement, met een thema voor acceptatie en emancipatie, en inmiddels kan ik ook wel bedenken dat die LHBTI-ers (Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen, Transgenders en Interseksuelen) die er halfnaakt op willen staan, of vrijwel geheel naakt, met leer, ook strijden voor hun rechten en dat ze een keer helemaal hunzelf kunnen zijn. Dat sommige mensen daardoor een verkeerd beeld aannemen van dat alle LHBTI-ers zo zijn, ligt mijn inziens meer aan deze andere mensen dan aan de LHBTI-community. Al kan deze eigen community ook proberen om de grote verschillen binnen de eigen groep proberen te accepteren en iedereen lekker zichzelf te kunnen laten zijn. Het is mijn inziens dan wel een rol van de media om alle verscheidenheid te laten zien, niet alleen die leernicht op de boot, maar ook de Lesbienne met hoofddoek, die geloofd dat ze als moslima ook lesbisch kan zijn of juist dat huis/tuin/keuken gezinnetje met twee vaders. En ook niet alleen die laatste groep, maar alle groepen, die verschillen zijn er nou eenmaal en mogen we niet trots zijn dat da juist ook moet kunnen in ons landje. Anders zijn is nog steeds een reden voor discriminatie, hier hebben we nog veel te winnen in Nederland.
Ik zie hierin dus een belangrijke rol voor de media. De kracht ligt hem altijd in de verschillen te laten zien, en een zo goed mogelijk beeld te geven van de waarheid en juist niet alleen maar uit zijn op sensatie en de extremen laten zien. Ik stoor mij in verschillende debatten aan het feit dat met name de laatste gebeurd. Zoals bijvoorbeeld met een nieuwsbericht over “meer voorlichting op scholen” met dan weer een boot met daarom de leernichten. Laat eerder dan een klas zien, dat doet meer recht aan het debat en is veel meer relevant.
De afgelopen weken waren er een aantal documentaires te zien waarover veel was te doen. Ik schreef eerder al over de uitzending van Zembla, waarin duidelijk slechts 1 deel van het debat werd getoond. Hierdoor ontstond er een scheef beeld van dit middel en konden er verkeerde conclusies worden getrokken. Ik snap dat je als je misstanden wil aantonen en iets teweeg wilt brengen dat je een bepaald perspectief wilt nemen, maar ik denk altijd dat er dan wel een tegengeluid moet zijn, zoals de advocaat van de duivel te weerleggen of juist ook toe te voegen dat ook voor een groot deel het een middel is dat juist kan werken. Ik was daarom blij om te zien bij de documentaire Levenseindekliniek, dat er nog een debat naderhand plaatsvond met daarin een voorstander en een tegenstander. Hoe het debat echter verder ging in de media stond mij totaal niet aan. Tal van professionals die claimde dat het een wens van de omgeving was, dat dit nooit euthanasie mocht zijn en dat het alleen zorg mijden betrof. Een reden waarom mensen vaak nog blijven leven is ook de omgeving, en in deze uitzending was nooit te zien dat de partner echt heel actief aanmoedigde dat die zijn partner dood wilde hebben. Eerder kan het een teken zijn dat het debat rondom mantelzorg moet worden aangezwengeld, omdat die zorg echt niet van iedereen kan worden geëist.
Veel media kozen niet voor de weg naar de realiteit, maar kozen op basis van beelden en het woord “Huppakee” en de uitdrukking op het laatst “verschrikkelijk”, dat hier nooit sprake mocht zijn van euthanasie. De simpele weergave van een op het oog zijnde fijne dag in het schaatsstadion was geen ondraaglijk lijden. Ik vond het bijzonder, alsof een lach op mijn gezicht betekent dat ik niet echt depressief ben of geen psychische klachten heb. Ik vond het mooi om een inkijkje te krijgen in de Levenseindekliniek, waar mijn inziens veel professionals goed hun werk doen. Voor het evenwicht in de documentaire was het misschien fijn geweest om ook 1 of 2 afgewezen casussen te laten zien. Dit had wellicht tot een veel evenwichtiger debat kunnen leiden.
Alle kanten laten zien levert mijn inziens de beste beeldvorming op. Dit mist bijvoorbeeld ook in “Making a Murderer”, waarin wel heel erg ook 1 kant wordt laten zien. Hoewel hier alle misstanden werden gepresenteerd, en ik mij dit perspectief nog wel kon voorstellen, miste misschien ook juist de andere kant in dit debat, al werden ook wel de feiten allemaal redelijk op een rijtje gezet. Het eenzijdige perspectief stoort mij nog meer in het debat rondom de vluchtelingen. De misstanden in Keulen, het wegzetten als allemaal gelukszoekers, de nuance is in het debat ver te zoeken. Een objectief beeld geven, zonder daarbij kant te kiezen zou mij inziens meer recht doen aan dit debat. Dat geldt in het debat rond de GayPride, rond Antidepressiva, rond de Levenseindekliniek, rond de moord op Teresa Halbach en in het debat rondom asielzoekers. Mijn advies: doe je bril af journalisten, daag de lezer uit om na te denken en presenteer een realiteitsbeeld met nuance!