Bovenstaande foto kreeg ik van een collegaatje vannacht uit Nieuw-Zeeland. Ze keert volgende week weer terug en dan zit ze weer samen met mij in een suffig kantoor. Immers, Lunteren begint nog niet, dus we blijven nog steeds maar een beetje aanpoten. Zoals ik al eerder aangaf is mijn motivatie wel een beetje gezakt. Ik durf geen nieuwe projecten naar mij toe te trekken of nieuwe initiatieven te ontplooien, omdat ik toch niet weet hoe lang ik nog zit hier op kantoor. En zo sukkel ik mijzelf zo maar weer opnieuw naar kantoor..
Net als gisteren. Verslagen uittypen en de kutklusjes maar weer even blijven uitstellen. Ergens ben ik een beetje stabiel, ergens gaat het totaal niet. Mijn hoofd wil gewoon zekerheid, pas dan kan ik mijn ziektewet aanvragen en kan ik pas meer zekerheid krijgen over het inkomen voor het komende jaar. Dat zal op zich wel los lopen, maar toch zorgt het voor wat onrust. Ik ouwehoer bij gebrek aan focus op mijn werk, maar merk ook dat dat anderen steeds meer gaat irriteren. En gedurende de dag krijg ik door mijn openheid natuurlijk ook nog een paar keer de vraag wanneer ik nou ga beginnen in Lunteren.
Beetje voor beetje werk ik een verslag uit en spreek ik wat mensen aan op wat inhoudelijke dingen van het werk. Ik stuur nog even een mail tussendoor, en uiteraard gaat social media ook nog even aan op mijn telefoon. Ik wens wat mensen liefde toe die ik ken uit het blogwereldje en die ik het beste gun. Ik raak geschokt als een blogger, waarvan ik weet dat ze mij ook nog volgt, mededeelt in haar blog dat een tumor kwaadaardig is bij haar vader en dat de kanker daardoor weer terug is. Even wordt ik stil. Het lijdt tot een stomme wirwar in mijn hoofd. Een bepaalde boosheid voor het onrecht, omdat ik weet dat dit zo’n lieve blogger is en zo’n mooi mens. Ik herken zoveel in haar blogs en mag haar humor zo graag. Als ik het iemand daardoor niet gunde. Naast die boosheid ontstaat er met zulk nieuws ook altijd zelfhaat. De lieve familie die ik allemaal nog heb en dat ik dan vaak toch alleen maar kan klagen. Ik weet dat deze laatste gedachte niet gezond is, maar toch is die er altijd. Ik kan het na een sessie hardlopen in de avond gelukkig opzij zetten, wel brand er nog een kaarsje voor mooie blogster Marion en voor sterkte met haar vader.
Het raakt mij op het werk ook meer dan ik wil, waardoor de concentratie nog een beetje zakt. Ik word bijgepraat door mijn baas over dat die iemand kent die 3-4 dagen in Lunteren zat en dat dat een heel erg intensief traject was. Ik wil het eigenlijk helemaal niet horen, maar snap dat het goed is bedoeld. Ik loop nog even naar de koffieautomaat voor een soepje en meng me daar nog in een discussie over de no-riskpolis en wanneer mensen nou in het doelgroepenregister vallen. Als ik mijn werk wel eens probeer uit te leggen aan vrienden en familie merk ik pas wat voor ingewikkeld systeem we momenteel hebben opgebouwd. Ik ga het zelf ook merken nu ik een jaar eruit ga voor intensieve therapie. Een mooie welvaartsstaat met veel bureaucratie, we zijn wel een landje hoor.
Het is best raar, een nieuwe collega wijst mij er ook op dat ze niet te veel wil hechten aan mij, omdat ik binnenkort toch voor een lange tijd wegga. Ik snap de reactie, maar ergens steekt het mij, het besef dat ik voor langere tijd weg moet. Ik vraag mij nog steeds af of de juiste keuze is gemaakt. Bij werk ontwijkend gedrag stuit ik op de artikelen: Veel Nederlanders denken zichzelf in een depressie, Chemische onbalans in uw hersenen bestaat niet en op Het ontbrekende stofje in het brein. Alledrie artikelen waardoor mijn eigen schuldgevoel stijgt, omdat depressie dus niet biologisch te verklaren is, maar gewoon je eigen stomme schuld is, omdat je je te veel laat vastgrijpen door je eigen gedachten. Het nare doemdenken worstelt weer in mijn hoofd, waardoor ik die avond opnieuw maar weer moeilijk in slaap val.
Een nieuwe werkdag loopt op zijn eind. Een nog groter schuldgevoel omdat ik veel meer had kunnen en moeten doen. PDS slaat ook opnieuw toe, maar een loopje van 9km ging in de avond nog net. Nog even wat koken en dan loopt de avond alweer op zijn einde. Ik moet nu, de volgende ochtend, ook weer gaan fietsen (door de regen) voor Just another ordinairy day at the office. Beleef ik die na dagbehandeling anders?…
Mijn hoofd is een beetje een chaos, weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Maar ik wens je kracht, gecombineerd met kwetsbaarheid, wat een beetje tegenstrijdig klinkt. Nou ja. Ik hoop dat je vandaag een fijnere dag hebt.