Het is weer zo’n dag. Ik probeerde het echt vanmorgen. Om door de grijze wolken de zon te gaan zien, om mezelf niet zo klein mogelijk te maken onder mijn dekentje en om niet zuchtend de wekker 1,5 uur te laten snoezen. Helaas, lukte het me allemaal niet…
Het was met mijn darmen alweer doffe ellende tot 1.30 vannacht. Ik ging relatief vroeg naar bed, maar mijn darmen zeiden auw, ene steek na de andere steek. Ik draaide mij een paar keer, maar slapen wilde niet. Mijn fijne hersenen begonnen lekker met piekeren. Moet je morgen niet al met je directe leidinggevende gaan praten over de dagbehandeling? Zit je straks met allemaal mensen die zichzelf hebben gesneden, die niet meer vooruit kunnen of die bekend zijn bij justitie? Zijn ze wel van hetzelfde opleidingsniveau? Moet je alle vragenlijsten en intakes weer opnieuw gaan doen? En nog 1001 andere vragen vielen mij lastig. Hoe laat ik precies in slaap viel wist ik niet.
Vlak voor het slapen gaan zag ik een interessante Pauw met Hero Brinkman en Peter R de Vries, die weer lekker mijn irritatiefactor stimuleerde. Maar daarna kwam er een ingrijpend stukje over pesten. Het raakte me ergens. Ik ben nooit super erg gepest, eerder geplaagd. Maar ik werd al wel homo genoemd voordat ik uit de kast was en/of quasimodo voor mijn kromme rug. Het was niet stelselmatig, maar ergens voelde ik wel die pijn. Het waren ergens stille dingen die mij wel eens toekwamen. Het is waarschijnlijk het begin geweest van de onzekere, labiele jongen die ik nu ben. Ik las op twitter dat het meisje niet zo moest aanstellen die vertelde dat ze zo was gepest vroeger. Het anonieme, domme Nederlandse volk liet zich weer knap anoniem horen. Het deed me denken aan mijn eigen tweets en opmerkingen die ik ontvang over dat ik maar moet springen en dat ik niet zo om aandacht moet zeuren op internet.
De ochtend werd daarom weer een snoozefeestje. De douche kon niet lang genoeg duren, en ik had geen brood meer in huis voor ontbijt. Op werk begon ik met goede zin. Een overlegje was best nuttig en ik kon gelukkig nog wat mailtjes sturen. Ik kreeg wel aardige appjes van mijn ouders, waarbij ik ook wel hun zorgen voelde, maar dit probeerde te verlichten voor hen. Mijn moeder gaf aan het ook erg zwaar te hebben met bepaalde zaken en ik wilde het liefst haar pijn wel verzachten, maar ergens had ik het al zo moeilijk met mijzelf.
Een volgend berichtje over waarom ik een bepaald iets nog niet had gedaan zorgde weer dat er een baken over mij heen viel. Ik maakte me weer klein op het werk achter het computerscherm en ik pakte mijn telefoon zo vaak mogelijk voor het sturen van tweets en appjes dat ik het leven haatte, dat ik bang was voor alles wat komen gaat en dat ik jaloersmakend naar iedereen in mijn omgeving kijk. Goedbedoelde adviezen snapte ik niet, ik wist het allemaal even echt niet meer.
De verslaving van mijn telefoon zal straks in de dagbehandeling vast ook worden aangepakt, waarschijnlijk mag ik hem hele dagen weg leggen. Ik hoor iedereen denken, net goed voor je, maar als ik tussen allemaal vreemde mensen moet zitten en me sterk moet houden zal ik dat vast ook niet aankunnen. Ik krijg een uitnodiging binnen van die vriend die binnenkort 7 maanden weg gaat, en ik weet dat ik daar ook opnieuw de confrontatie zal krijgen met die jongen waarmee ik vorig jaar brak, omdat die tegen me had gelogen. Ik zie nu al op tegen het feestje, of dat deze bro mij ook al achterlaat voor een vet avontuur. Ik denk: “sommige mensen gaan een half jaar op reis (een goede vriend van me nu ergens door heel Europa), sommige mensen een half jaar op stage (deze bro met het afscheidsfeestje eind oktober) en sommige mensen gaan voor een half jaar 3 hele dagen per week in therapie (ikzelf)”.
Even weet ik het allemaal niet meer. Alle moeilijke gesprekken, de wanhoop en tranen voel ik van binnen, maar van buiten maak ik nog grapjes tegen collega’s. Een grotere contradictie zal er niet bestaan. Ik hoorde gisteren nog dat je in therapie eerst helemaal als een ui wordt afgepeld en dat je dan jezelf langzaam weer kan opbouwen. Het pesten, de thuissituatie, de prestatiedrang, het niet aan verwachtingen en de druk kunnen voldoen, het altijd als laatste worden uitgekozen met gym, voetbal en nu opnieuw in tafeltennis alweer voorbij zijn gestreefd door mensen, duiken op, als velen issues die ik hier niet benoem. Ik weet dat deze zware dag, waarop ik opnieuw weinig presteer en weinig voor elkaar krijg een nieuwe bevestiging is van dat ik in dagbehandeling moet. Over de mail volgt bevestiging van de extra afspraak met mijn therapeute morgen om 11.15. Tussen overleggen van het werk door zal ik meer informatie krijgen over de dagbehandeling, de wachttijd, hoe mijn traject eruit ziet en hoe ik nu verder moet.
Ik weet dat ik deze periode door moet, maar het voelt als verdomde zwaar en oneerlijk. Elke dag weer zoveel nieuwe moeilijke confrontaties, gesprekken, pijnlijkheden. Ik word bijna bang dat ik niet in dagbehandeling mag, dat ik niet door de intake kom, omdat ik ergens nog functioneer in de maatschappij of niet geholpen kan worden. Want vandaag weet ik echt opnieuw, ik moet echt geholpen worden…