Ik verwacht dat ik hier op mijn blog nog wel eens een slechte dag van mijzelf zal schetsen. Daarnaast kan ik hier een weergave geven van mijn gedachten dit weekend nadat mijn telefoon opeens terug ging naar zijn fabrieksinstellingen en ik bleek al mijn foto’s en filmpjes kwijt te zijn. Of het gevoel toen bleek dat ik mijn antidepressiva kwijt was en er halve paniek ontstond in mijn hoofd, omdat ik dan een dag over moest slaan. Daarnaast kan ik weergeven wat een festival doet met mijn darmen of wat er gebeurde in mijn hoofd toen ik één van mijn beste vrienden gedag zei voor waarschijnlijk minimaal een half jaar.
Ware het niet dat dit een veel geschikter moment is om te vertellen hoe ik mijn dagen nog met deze vriend doorbracht. En dit had vooral te maken met twee grote passies van mij, ofwel de twee belangrijkste (bij)zaken van het leven: sport en muziek.
Ik zeg wel eens gekscherend dat ik er zonder sport en muziek al niet meer was geweest. Want zelfs op de meest depressieve momenten kan ik nog uitkijken naar een bergetappe in de Tour de France of naar een heerlijke dag Wimbledon kijken. Ik bedoel hier dan dus vooral sport mee in de passieve zin van het woord; het volgen van sport. Ik kan de hele nacht opblijven voor de ontknoping van een golf major en terwijl ik dit typ staat om 1.30 ook nog de WK voetbal vrouwen finale aan.
Hoe vet was het dit weekend dan ook dat de Tour de France in Nederland was. Ik was bij de ploegenpresentatie, zag de proloog in Utrecht en stond bij etappe 2 in Rotterdam. Geen stem meer over, maar hoe mooi is het om dit live te volgen en zien, de sfeer te proeven en dit samen te doen met familie en vooral die goede vriend. We zijn ook al samen naar de Olympische spelen geweest in Londen en maken plannen om volgend jaar naar RIO te gaan. Sport, wat kan ik er in opgaan. Ik kan nog steeds balen van het falen van de Nederlanders in de tour vandaag of van het nipte verlies van de beachvolleyballers in de WK finale vandaag. Ja inderdaad, ik volg echt alles.
Naast de vele uren die opgaan aan het volgen van sport besteed ik veel tijd aan het luisteren naar muziek. Ja, wederom de passieve vorm ervan. Dat ik afgelopen vrijdag naar een vet festival ging (Pitch), leidt tot deze vrolijke blog. Want wat was het fijn! Ik zag er een beetje tegenop door de drukte en mijn dysthyme stoornis, maar de fijne klanken en muziek zorgden dat ik hier veel minder last van had dan verwacht. Een hele tent los gaan op de klanken van Flume en James Blake, als hele vette nieuwe shit ontdekken als Kaytranada en Antal. Dansjes tot diep in de nacht waren het gevolg. En hoewel er dus kleine tegenvallers waren kan ik het niet ontkennen: dit weekend was echt ultiem fijn. Het is daarom denk ik dat ik nog niet durf te gaan slapen, want gaat een weekend ooit nog zo fijn zijn?!